Historie van het Knipscheer orgel te Strijen
Het orgel in de Gereformeerde kerk van Strijen is in 1941 aangekocht van de Hervormde kerkvoogdij in Amsterdam.
Het orgel deed dienst in de Eilandskerk aan de Bickersgracht aldaar. Deze kerk was van 1659-1736 een houten hulpkerk op het Bickerseiland. In 1736 werd dit houten gebouw vervangen door een stenen kerkgebouw.
Pas in 1844 kreeg deze kerk een orgel, tot die tijd werd zonder begeleiding gezongen. Het orgel is gebouwd door de Amsterdamse orgelmaker H. Knipscheer voor de somma van f 6.000,–.
Van deze bekwame orgelmaker zijn nog verschillende orgels in ons land te vinden.
Op 15 december 1844 werd het orgel voor het eerst in gebruik genomen, waarbij ds. H.J. Spijker preekte over Efeze 5: 19 en 20, als eerste Psalm werd gezongen Ps. 95 vers 1, hetwelk ook is weergegeven op de harp die nu in Strijen vanwege de beschikbare hoogte op de orgelgalerij staat, maar oorspronkelijk diende als versiering, pontificaal op de middentoren van het orgelffont.
Verder is nog bekend dat het orgel in 1935 een opknapbeurt heeft gehad, uitgevoerd door de firma J.C. Sanders & Zn. te Utrecht en dat het orgel drie blinde organisten heeft gehad.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog moest de Eilandskerk wegens bouwvalligheid worden gesloten en waren er plannen om de kerk voor de functie van gaarkeuken te gebruiken, dus kwam het fraaie orgel te koop teneinde het voor een gewisse ondergang te behoeden.
Doordat ons kleine pneumatische orgeltje totaal versleten was en niet meer te herstellen, werd op advies van de Orgelbouwcommissie van de Gereformeerde Organisten Vereniging besloten over te gaan tot aankoop van een goed gebruikt orgel, omdat nieuwbouw te duur was vanwege de schaarste aan materialen.
Zo werd de aanschaf van ons Knipscheer orgel een feit.
Door de firma Ernst Leeflang, toen in Middelharnis en thans in Apeldoorn gevestigd, is het orgel volledig gedemonteerd en per schip naar Strijen vervoerd.
Toen kon de restauratie en wederopbouw in ons kerkgebouw beginnen, welke ongeveer een half jaar heeft geduurd.
Een grote moeilijkheid was: er kon niet lang gewerkt worden omdat er “verduisteringsorder” was, dus moesten er grote zwarte schotten voor de ramen
worden aangebracht die ook voor de avonddiensten gebruikt werden.
Tevens was er niet aan een stukje nieuw hout te komen en moest de achterzijde van de orgelkast van gebruikt hout worden vervaardigd.
Toch is na een moeilijke periode, aanvragen van “ausweisen” voor de adviseurs enzovoort, het werk tot stand gekomen en kon het orgel in het voorjaar van 1942 in gebruik worden genomen.
In het najaar van 1944, juist toen het orgel een eeuw oud was, was het weer tot zwijgen gedoemd, omdat geheel ons dorp moest worden geëvacueerd door het oorlogsgebeuren.
Het orgel heeft, behoudens enige ingeslagen granaatscherven, geen schade opgelopen van het oorlogsgeweld.
Opgemerkt kan nog worden, dat het orgel reeds in 1938 was opgenomen op de zogenaamde cultuurmonumentenlijst, samengesteld door de Nederlandse Klokken en Orgelraad. Op deze lijst kwamen 227 Nederlandse orgels voor, waarvan het metaal in oorlogstijd tegen metaalversmelting moest worden gevrijwaard.
Dit in opdracht van het Rijksbureau voor de monumentenzorg.
Tengevolge van de watersnoodramp in februari 1953, toen het water tot minder dan een meter onder het orgel stond, kwamen er na enige tijd ernstige gebreken voor de dag.
Door het opgetrokken zilte vocht kwamen er lekkages aan windladen en houten pijpen en gingen koperen onderdelen oxyderen.
Met steun van het Rampenfonds werden in 1956 deze gebreken door de firma Leeflang hersteld en kon het orgel zijn warme klanken in onze kerk laten horen.
Daar echter de tand des tijds ook aan dit degelijke instrument knaagt, had het dringend behoefte aan restauratie.
aar de conditie waarin het orgel zich bevond, een groeiend aantal gemeenteleden
in Strijen begon aan te spreken, werd er in november 1980 een enquête gehouden
onder de leden van onze kerk.
De bedoeling was om middels een viertal vragen, erachter te komen welke koers er
gevaren diende te worden met betrekking tot ons Knipscheer orgel.
Deze vier vragen kwamen in het kort hierop neer:
1. niets doen, alles op zijn beloop laten
2. restauratie
3. Knipscheer orgel verkopen, nieuw orgel terugkopen
4. Knipscheer orgel verkopen, tweedehands orgel terugkopen.
Gelukkig was de uitspraak van verreweg de meerderheid, om ons mooie orgel te
behouden en derhalve te restaureren.
Teneinde de financiën bijeen te krijgen om een restauratie van het Knipscheer orgel
mogelijk te maken, werd er in 1981 een orgelcomité in het leven geroepen,
bestaande uit leden van de Gereformeerde Kerk van Strijen.
Sindsdien is de samenstelling van het comité slechts weinig gewijzigd en is de
zogenaamde “harde kern” nog immer actief. In de loop van de jaren dat dit comité
bestaat, is inmiddels het niet onaanzienlijke bedrag van f 132.000,–
bijeengesprokkeld middels alle mogelijke soorten van acties, waarvan als meest in
het oog springende de volgende niet onvermeld mogen blijven:
– in eigen produktie uitgebracht, uniek kwartetspel (eerste exemplaar voor de
burgemeester van Strijen, tweede exemplaar voor nazaten van familie
Knipscheer)
– sponsorloop
– bingo/rad van avontuur
– in eigen produktie uitgebrachte kerstkaarten
– bazar (o.a. muzikale quiz en hamsterloop)
– seuteravonden
– helikoptervluchten
– herfstmarkt
– orgelconcerten (zo goed en zo kwaad als dat nog ging)
– teveel om op te noemen
Daar ons Knipscheer orgel tot een monument gerekend wordt van de Nederlandse orgelcultuur, is, in het kader van de Rijkssubsidieregeling in 1989 door wijlen Klaas Bolt, een historisch overzicht van het orgel samengesteld en een restauratievoorstel gedaan.
Dit restauratievoorstel gaat uit van een fasegewijze aanpak, te weten:
Fase 1: noodzakelijk technisch herstel zoals windladen, speel- en registermechaniek, vernieuwen van versuikerde pijpvoeten.
Fase 2: klankverbetering lekkages in houten pijpen repareren, in oorspronkelijke staat terugbrengen van het pijpwerk, ontbrekende pijpen aanvullen.
Fase 3: herstel originele windvoorziening plaatsing van twee of drie spaanbalgen met aanpassing van de windkanalen.
In overleg met externe adviseurs, wordt een drietal belangrijke orgelmakers in Nederland verzocht offerte te maken voor ons project, een en ander op basis van het hierboven aangehaalde restauratievoorstel van de heer Bolt.
Uit deze drie valt uiteindelijk de keuze op de firma Reil, orgelmakers te Heerde, die opdracht krijgt voor fase 1.
Meer over het verloop van de restauratie kunt in lezen in boekje uit 1996, dat naar aanleiding van de ingebruikname is uitgegeven.